Toch weer anders – Riverside Oasis Campground (Moab), UT
Paardrijden in deze omgeving blijft erg mooi. De rit bij Red Cliffs Lodge is daarnaast erg goed georganiseerd. Als ik een minpunt zou moeten noemen is het de grootte van de groep. Alle voorgaande keren dat we op vakantie hebben paardgereden, waren er niet meer dan vijf anderen mee. Nu was de groep iets kleiner dan twintig man. We hadden echter weinig last van de groepsgrootte, omdat we redelijk vooraan reden. Hanneke reed op Blue en Alwin op Whiskey door de canyon van de Castle Creek. Onderweg werden we onderhouden door allerlei wetenswaardigheden over de omgeving, de planten en de dieren. Het meest opvallend waren de western collared lizards, met hun knalgele kop en gifgroene lijf.
Na het paardrijden lunchen we bij het erg lekkere hamburgerbuffet van de lodge, met uitkijk over de rivier. Als we weer richting het dorp rijden is het echter gedaan met de pret. Alwin krijgt een behoorlijke hoofdpijn die pas aan het einde van de middag een beetje wegtrekt. Het was dus een rustig middagje.
Vandaag zijn we voor de verandering een canyon gaan bekijken vanaf het water. Het is die van de Colorado, langs de UT128. We peddelen met onze ‘gids’, Cam, vanaf Big Bend naar de rand van Moab. Gids staat tussen haakjes, omdat hij met ons mee peddelt, maar verder weinig aan de tocht, kennis van de omgeving of wildlife heeft toe te voegen. Maar verder is het best een aardige vent.
Het is een behoorlijk rustig stuk van de Colorado. Er zijn drie stroomversnellinkjes (die eigenlijk zelfs die term met verkleinwoordje niet waard zijn). Toch is het een mooie tocht. De beleving van een canyon is vanaf het water, zelfs dit water, toch erg anders dan vanaf de weg, een wandelpad of paardenrug. Het zal een combinatie zijn van de snelheid en de zeer lage positie in het midden van de canyon. Mooi is het in ieder geval wel.
’s Middags rijden we naar Arches NP. Het is toch grappig hoe het geheugen werkt. Delen van Arches kunnen we ons heel goed herinneren, maar delen ook helemaal niet (en zo groot is Arches nu ook weer niet – al helemaal niet vanaf de weg). Sommige delen lijken we beiden geheel te zijn vergeten, terwijl we die nu we er (weer) langsrijden en doorheen lopen toch echt heel mooi vinden. Na een kort bezoekje aan de Windows Setion (waar we een volledig in wit uitgedost contingent nonnen in een van de windows zien staan) rijden we door naar het eigenlijke doel: Devils Garden. De vorige keer zijn we door de warmte en de tijd niet helemaal toegekomen aan de trail naar de Landscape Arch. Dat doen we nu dus alsnog. Nadat we deze zeer delicate boog hebben gezien keren we, in verband met de ruwheid van het vervolg van de trail en Hanneke’s herstellende enkel, om en wandelen we nog een stuk van de primitive trail. Dit is een soort duinpad en is daarom prima te doen. De voor dit gebied zo kenmerkende fins zijn vanaf dit pad erg goed te zien.
Al met al een mooie afsluiting van onze dagen in Moab. Morgen rijden we richting Goblin Valley en daarmee weer een beetje weg van de bewoonde wereld.