Pine Cone Hazard Area – Yosemite, California
Succes! We waren vanmorgen de derde in de rij voor een vrijkomende plaats op Crane Flat Campground en dat was in ieder geval voldoende voor een plekje op deze camping. Het is een mooie plek in het bos, waar de temperatuur en de luchtvochtigheid behoorlijk aangenaam is ten opzichte van de vorige camping. Het belangrijkste voordeel is echter dat het ons meer dan twee uur per dag scheelt in reistijd naar en van de vallei. Na een eigen gebrouwen kop koffie stappen we weer in de auto om naar onze hike van de dag te rijden.
Vernal Fall en Nevada Fall zijn aan de beurt. Dit zijn beiden watervallen in de Merced River, die elkaar opvolgen. Vernal Fall (via de Mist Trail) is een erg populaire wandeling en dat is te merken ook. Het lijkt wel of de helft van het publiek in de vallei hier vandaag aan het wandelen is. Nou ja, wandelen… Het lijkt eerder slenteren en dralen. Tot en met de eerste brug is het nog niet zo irritant. Daar is de route namelijk nog breed en voorzien van asfalt. Zodra de klim naar de top van de Vernal Fall begint slinkt het pad echter sterk – op de smalste plekken tot ongeveer 30 centimeter. Vanaf hier is het een ergernis tot we boven zijn en het weer breder wordt. Het is verbazingwekkend hoe sommige mensen hun rustmoment precies weten te timen op het aller smalste stukje, zodat iedereen achter ze en iedereen die de andere kant op gaat op hen moet wachten…
Maar goed, eenmaal bovenaan de Vernal Fall is het uitzicht het wel waard. Je kan er mooi langs de waterval naar beneden kijken en hebt er de Emerald Pool – ieder National Park waar een beetje water doorheen stroomt lijkt er een te moeten hebben.
Nadat wij hier even rust hebben genomen, stappen we door naar het uitstroompunt van de Nevada Fall. Hier is het publiek danig uitgedunt en kunnen we dus ook lekker in ons eigen ritme naar boven lopen. De extra hoogtemeters zijn zeker de moeite van het nemen waard. Niet alleen is het uitzicht op de vallei en de waterval de moeite, ook het laatste stukje van de rivier voordat deze een waterval wordt is prachtig. Het lijkt wel een strandje en zo wordt de waterkant dan ook gebruikt.
Ook wij trekken onze schoenen even uit en lunchen daar met onze voeten in het koude water. We lopen daarna terug via de John Muir Trail. Deze is weliswaar bijna een kilometer langer, maar hij gaat toch veel sneller dan de Mist Trail en levert ook weer mooie uitzichten op over het dal.
Als we in het dal ‘even’ gaan douchen (dat kan in Yosemite als je kampeert maar op twee plaatsen in het dal) begint het te regenen en onweren. Als we terug zijn bij de camping blijkt dat we met erg veel inzicht (of wellicht toch geluk) onze tent hebben neergezet. Op de behoorlijk grote kampeerplaats die we hebben hebben we namelijk het enige hoekje uitgekozen waar niet per vierkante meter minimaal vijf dennenappels liggen. En dit zijn dennenappels in het Amerikaanse formaat: ze zijn zonder uitzondering de lengte van Alwin’s onderarm. De oorzaak: de wind die bij de onweersbui hoorde… Best fijn dat we toen niet aan de picknicktafel zaten te eten.