Wildlife – Grand Canyon Village, Arizona
De rit van Monument Valley bracht Alwin vanmorgen op min of meer bekend terrein: Desert View in Grand Canyon National Park. Het is 12 jaar geleden dat hij er was. Inmiddels zijn wat dingen veranderd, maar de oostwand van de canyon is nog net zo indrukwekkend. Bij het uitstappen blijkt niet alleen de tijd een uurtje verschoven – alle niet-indianen in Arizona doen niet aan zomertijd – maar is het voor het eerst ook fris buiten. Na wat kiekjes rijden we rustig door naar trailer village bij Mather Point. Tijd om een beetje bij te komen van de rit en even te lunchen.
Met de gebakken eieren met kaas en pepperoni in de buik besluiten, we het toeristische deel van de Grand Canyon (het dorp) te bekijken. Tot Hannekes groot plezier zijn hier squirrels, leuke blauwe vogeltjes, en andere diertjes te vinden. De hoeveelheid squirrels is sinds Alwins laatste bezoek aanzienlijk afgenomen en de beestjes zijn ook veel minder dik. Mogelijk komt dat omdat het voeren van dieren inmiddels strafbaar is (waar het eerst alleen werd afgeraden).
Na wat rondkijken besluiten we om even te wachten op een Ranger Program over de California Condor (door de Park Ranger nadrukkelijk uitgesproken als: Kèllifòrnja Cóndoowr). Dit met uitsterven bedreigde dier is een van de grote trekkers van dit gebied, na natuurlijk de canyon zelf. Het was een leuke (maar ietwat op kinderen gerichte) ‘spreekbeurt’, waarbij de dienstdoende Park Ranger uitlegde hoe je een ‘Kèllifòrnja Cóndoowr’ onderscheidt van de andere vogels. Dan kon je hem namelijk herkennen in het uitzonderlijke geval dat een ‘Kèllifòrnja Cóndoowr’ voorbij kwam vliegen. Een van de punten waaraan de vogel herkenbaar is, zijn de witte vlekken aan de voorrand van zijn vleugels. Die zijn door de spanwijdte (net zo breed als onze RV) op grotere afstand vrij goed te zien. De tips ter herkenning van de ‘Kèllifòrnja Cóndoowr’ konden we sneller dan gedacht in de praktijk brengen. Nog voor het einde van de presentatie zag Hanneke een wel erg grote vogel in de lucht hangen, die ook nog aan de gegeven beschrijving voldeed. Neeh, het zou toch niet… Nadat de vogel teruggecirkeld kwam moest echter ook de Park Ranger toegeven dat het ‘for sure’ een condor was. De presentatie was vanaf dat moment een chaos: iedereen sprong op een het enorme gevaarte door de lucht te zien zweven. De Park Ranger verzuchtte nog dat ‘this tends to happen when they actually show up’. In verband met het fokprogramma – wat het aantal van wereldwijd 22 in de jaren 80 inmiddels heeft vergroot naar 356 – worden alle ‘Kèllifòrnja Cóndoowrs’ voorzien van een zender en nummer op hun vleugel. Dus, when in doubt; als de vogel een op afstand leesbaar nummer heeft is het een ‘Kèllifòrnja Cóndoowr’.
‘s Middags hebben we deze ‘Kèllifòrnja Cóndoowr’ (met rugnummer 33) nog een keer voorbij zien glijden. Daarnaast kwamen ook nog een paar Turkey Vultures (een soort aasgieren) voorbij. Deze zijn herkenbaar aan de witte band aan de achterrand van de vleugels en verder hebben ze een iets kleinere spanwijdte dan de condor. Toch leuk dat we ze na de introductie in de lokale vogelarij kunnen herkennen.
Net zijn we nog naar Grandview Point geweest om de zonsondergang te zien. Dat het geen stralende gebeurtenis zou zijn, was bij vertrek daar naartoe al duidelijk. Het was net begonnen met spetteren en tijdens de rit hebben al wat hagelstenen over ons heen gehad. Bij aankomst op Grandview Point was het bij ons droog, maar aan de andere kant van de canyon zeker niet. Het leverde toch weer heel aardige foto’s op, ook al was het niet de knalrode avondkleuring van de canyonwand. Maar morgen hebben we nog een kans!